Tienduizenden studenten slachtoffer grensoverschrijdend gedrag

Foto: Shutterstock

Dick pics bij Ajax en beschuldigingen van aanrandingen en verkrachting bij The Voice of Holland. Het nieuws staat vol met dit grensoverschrijdend gedrag. Ook in het hoger onderwijs komt het voor. Niet voor niets startte de inspectie vorig jaar een onderzoek, onder meer naar de Haagse kunstopleiding waar zo’n twintig mannen en vrouwen slachtoffer zijn geweest van verkrachting, aanranding, mishandeling, stalking en/of bedreiging en naar de modeopleiding van de Hogeschool van Amsterdam waar een sociaal onveilig klimaat heerste.

Het kabinet heeft inmiddels aangekondigd dat er meer gaat gebeuren tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zo wordt voorzitter van de Sociaal Economische Raad Mariëtte Hamer vanaf april regeringscommissaris ‘grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld', maar krijgen andere vormen van wangedrag, zoals intimidatie en discriminatie, ook aandacht.

Respect
Nu heeft de Onderwijsinspectie zich erover gebogen. In een beknopt factsheet staan de uitkomsten van een enquête die ruim 1.500 studenten hebben ingevuld. Lang niet alle incidenten komen boven water, blijkt daaruit.

De meeste respondenten vinden hun opleiding veilig genoeg. Studenten durven hun mening te uiten en docenten behandelen hen met respect, menen ze. Toch denkt 7 procent daar anders over. Ook ziet 8 procent van de studenten pestgedrag en buitensluiting binnen hun opleiding.

Discriminatie bij het zoeken van een stage is wat minder zichtbaar (62 procent heeft geen mening), maar ook dat komt voor: ruim één op de vijf heeft er binnen de opleiding van gehoord of heeft het zelf meegemaakt.

Landelijk 33.000 studenten
En grensoverschrijdend gedrag? Twee procent van de studenten zegt er liever niets over, maar vier procent heeft het zelf weleens ervaren. Die vier procent (60 van de 1.500 respondenten) zou omgerekend neerkomen op ruim 33.000 studenten.

De vertrouwenspersonen ongewenst gedrag van de Universiteit Utrecht zeggen het idee te hebben dat er sinds vorig kalenderjaar meer mensen zich melden om ongewenst gedrag te bespreken. In 2020 kregen de vertrouwenspersonen 14 meldingen binnen, vorig jaar was dat twintig en dit jaar zijn het er tot nog toe vijf. Studenten, zo zeggen de UU-vertrouwenspersonen, gaan met hun melding vaak allereerst naar een docent, tutor of studieadviseur. Zij vragen daarover dan vaak weer advies aan de vertrouwenspersonen. Van de meldingen van dit jaar is dit in drie van de vijf gevallen zo gegaan.

Schokkend
De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en het Insterstedelijk Studenten Overleg (ISO) zijn geschrokken van het onderzoek van de Onderwijsinspectie.  “Een schokkend aantal”, zegt Ama Boahene van de LSVb. “Er is actie nodig om te voorkomen dat studenten slachtoffer worden van ongewenst gedrag.” Ze wil onder meer betere meldprocedures en trainingen over sociale veiligheid.

Haar evenknie Lisanne de Roos van het ISO pleit voor betere monitoring van de sociale veiligheid: “Elke student die zoiets meemaakt, is er één te veel.”

Die monitoring lijkt niet overbodig. In ruim de helft van de gevallen maakten medewerkers van de onderwijsinstelling zich volgens de studenten schuldig aan het wangedrag, en het probleem blijft voor een groot deel onzichtbaar. Weliswaar bespreekt de meerderheid zo’n gebeurtenis met iemand van binnen of buiten de onderwijsinstelling, maar een kwart doet er helemaal niets mee; slechts drie van de zestig respondenten dienden een officiële klacht in. Eén van hen stapte naar de politie.

Waarom zo weinig studenten een officiële klacht indienen? De helft denkt dat het geen zin heeft en bijna een op de vijf weet niet waar je met een klacht terechtkunt. Sommige studenten kruisen aan: ‘Zo belangrijk was mijn klacht ook weer niet’.

De inspectie heeft met enkele studenten nader gesproken. Eén van hen zei: “Ik heb gesprekken gevoerd met de leidinggevende van de docent die mij intimideerde, en met de vertrouwenspersoon. Ik vond dit traject zo onprettig dat ik daarom geen officiële klacht heb ingediend.” Een ander zei: “Mij werd afgeraden om mijn ervaring met anderen te delen en zeker niet met de media.”

Beperkingen
Het onderzoek heeft zijn beperkingen, beseft de inspectie, alleen al door de lage respons van 15 procent: het onderzoek was verspreid onder 10.000 hbo- en wo-studenten. Misschien is een herhaling nodig om ook antwoord te krijgen van ‘moeilijk bereikbare doelgroepen’.

Te weinig studenten met een migratieachtergrond hebben de enquête ingevuld om iets over die groep te kunnen zeggen. Ook studenten uit de sectoren gedrag & maatschappij en economie zijn ondervertegenwoordigd, evenals studenten die al langer dan vier jaar bezig zijn.

Maar de inspectie concludeert alvast dat instellingen de bekendheid en toegankelijkheid van de klachtenprocedure moeten verbeteren. Binnenkort komt de inspectie met een afzonderlijke factsheet over het beeld dat studenten hebben van de klachtenprocedures.

Monitoren
Bovendien moet het hoger onderwijs sociale veiligheid beter gaan monitoren, zowel landelijk als op het niveau van de instelling. “Transparantie over de cijfers en zicht op de risicofactoren kan een preventieve bijdrage leveren aan de sociale veiligheid in het Nederlandse hoger onderwijs”, meent de inspectie.

En als er inderdaad aanwijzingen zijn voor een sociaal onveilige situatie, dan moet je onafhankelijk onderzoek doen naar de organisatiecultuur, zegt de inspectie.

Wat ‘grensoverschrijdend’ is, is in dit onderzoek niet omschreven. De studenten moesten dat zelf inschatten. Dit is een eerste peiling, zegt een woordvoerder. De inspectie doet nader onderzoek naar de mode- en kunstopleidingen. “Daar gaan we natuurlijk dieper in op wat er precies speelt en wat ertegen is gedaan.”

Advertentie