UCU-studenten zakken na ontdekking fraude

Vier eerstejaars UCU-studenten zijn begin 2012 betrapt op fraude. Ze logen in een paper over het aantal interviews dat ze hadden gehouden.

De vier studenten van University College Utrecht schreven voor het eerstejaarsvak Antropologie als groep een researchpaper over de Jehovah’s Getuigen. Voor dat paper hadden ze zeven interviews gehouden. Althans, volgens de studenten.

Begin 2012 kwam de waarheid aan het licht: de studenten hadden zes van de zeven genoemde interviews nooit gehouden. Als gevolg van de fraude zijn de studenten allemaal gezakt voor de cursus.

Antropoloog Richard Singelenberg benaderde DUB een aantal weken geleden met dit verhaal. Singelenberg, die onderzoek doet naar religieuze groeperingen, vertelt dat de studenten in het najaar van 2011 het eerste contact legden met leden van de Jehovah’s Getuigen.

Singelenberg: “De studenten hebben in eerste instantie de ouderlingen benaderd voor de mogelijkheden van een onderzoek. De ouderlingen hebben mij gevraagd aanwezig te zijn bij een oriënterend gesprek met de studenten. Daar kondigden de studenten aan binnen een paar dagen met het onderzoek te beginnen.”

So far so good. Maar toen Singelenberg een paar maanden later van één van de ouderlingen van de Jehovah’s Getuigen begreep dat de studenten nooit contact hadden gezocht, rook hij onraad. Bij UCU kreeg hij te horen dat de studenten desondanks toch hun paper hadden ingeleverd, en zo kwam de fraude aan het licht.

Singelenberg vindt het belangrijk dat ook frauduleus handelen van studenten bekendheid krijgt. “Na de mogelijke wetenschapsfraude van antropoloog Mart Bax, die volgens deskundigen hele onderzoeken heeft verzonnen, is het belangrijk om te laten zien dat het ook bij studenten gebeurt. Dit soort zaken moet je niet afdekken.”

Het verhaal van Singelenberg wordt bevestigd door Longina Jakubowska, één van de docenten Antropologie van UCU. “De studenten melden achterin het paper dat ze zeven interviews hebben gedaan, terwijl ze in werkelijkheid maar één interview hebben gehouden. De studenten hebben overigens geen quotes verzonnen, ze hebben hun paper gebaseerd op brochures en websites, en niet op de interviews.”

Bij papers voor het vak Antropologie is het vrijwel onmogelijk om te verifiëren of interviews daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, vertelt Jakubowska. De studenten moeten wel de datum, tijd en duur van de interviews melden, maar het is moeilijk te controleren of het interview écht gedaan is. “In de antropologie gaan de interviews op basis van vertrouwelijkheid, daarom vragen we ook geen audiobewijs van de interviews.”

Jakubowska is blij dat Singelenberg de fraude van studenten gemeld heeft. “Anders waren we er nooit achter gekomen. Het is een belangrijke les voor de betreffende studenten, en een belangrijk signaal voor de andere studenten. Ze moeten weten dat ze op een ethische manier onderzoek moeten doen.”

De vier betrokken studenten zijn allen gezakt voor het vak Antropologie. Geschorst zijn ze niet. Jakubowska: “Het zijn eerstejaars studenten met nog weinig ervaring in het doen van onderzoek. Straffen is belangrijk, maar we zijn een onderwijsinstelling. We willen ze iets leren. Hopelijk hebben ze er iets van opgestoken. Pas bij een tweede geval van fraude of plagiaat lopen ze risico op schorsing.”

Advertentie