Vakbond peilt leden over heropening onderwijs

In maart 2017 was een dergelijke onderwijssetting heel normaal, maar hoe voelt dat nu? Foto DUB

Vanaf september kunnen studenten weer naar de campus en hoeven ze in werkgroepen en collegezalen geen anderhalve meter afstand meer te houden. Wel dragen ze mondkapjes op de gangen en mogen ze met hooguit 75 studenten bijeen komen.

Onderwijsbestuurders en studentenorganisaties vinden het goed nieuws, maar sommige docenten maken zich zorgen en verwijzen naar de deskundigen van het OMT: die adviseerden immers om nog even drie weken te wachten. Dat zou de risico’s bij de start van het studiejaar beperken.

Verrassing
“Voor ons kwam de beslissing van het kabinet als een verrassing”, zegt bestuurslid Marijtje Jongsma van onderwijsvakbond AOb. “Het ministerie heeft vooral met onderwijsbestuurders en studenten gepraat. Onze voorzitter is welgeteld één keer langs geweest.”

De vakbond heeft voor het weekend een enquête onder docenten verspreid om hun zorgen in kaart te brengen. Want de belangen van docenten zijn niet of nauwelijks meegewogen bij de beslissing om weer open te gaan, meent de vakbond.

Je zou veel meer maatregelen kunnen nemen om veilig te werken, meent Jongsma, zoals testen voor toegang, de anderhalve meter handhaven en mondkapjes in de lessen verplichtstellen. “Je kunt wel open willen – dat willen we allemaal, onderwijs is heel belangrijk – maar je moet ook de realiteit onder ogen zien.”

Vraagtekens
Ook hoogleraar Jeroen de Ridder (Vrije Universiteit) maakt zich zorgen. Hij is voorzitter van de Jonge Akademie, een vereniging van toponderzoekers die gelieerd is aan wetenschapsgenootschap KNAW. Op Twitter plaatste hij het ene na het andere vraagteken bij de heropening.

Hij kan niet namens de hele Jonge Akademie spreken, zegt hij. “We zijn net weer een beetje aan het opstarten na de zomervakantie. Ik wilde vooral een beetje tegenwicht bieden aan de juichstemming van bestuurders over de heropening. Er is ook een andere kant van het verhaal.”

Het is dubbel, zegt hij. “Studenten zaten afgelopen jaar te verkommeren en dat willen we niet meer, dus het is goed dat het hoger onderwijs weer opengaat. Maar het OMT zegt: het is beter om nog even te wachten. Waarom luisteren we daar niet naar? En als je dan tóch open gaat, waarom tref je dan niet wat meer voorzorgsmaatregelen?”

De Ridder denkt aan meer testen, mondkapjes verplichtstellen in de les, toch afstand houden en ongevaccineerde studenten vragen om thuis te blijven. Een vaccinatieplicht, zoals aan sommige Amerikaanse universiteiten, vindt hij te ver gaan.

Zorgen
De Landelijke Studentenvakbond snapt de zorgen wel, zegt voorzitter Ama Boahene. “Het is lang geleden, het is voor iedereen weer wennen. Maar volgens mij zijn ook veel docenten blij dat ze weer fysiek onderwijs kunnen geven.”

Het is ieders verantwoordelijkheid om het onderwijs veilig te houden, zegt Boahene. “Docenten kunnen gewoon afstand houden van studenten. Ze kunnen ook spatschermen gebruiken, als ze dat prettig vinden.”

En het voorzichtigere advies van het OMT? “Als je het aantal besmettingen zo laag mogelijk wilt houden, kun je niets doen. Maar het gaat ook om het welzijn en de gezondheid van studenten. Daarin is een afweging gemaakt en ik ben blij dat er is besloten om het onderwijs meteen open te doen.”

Maakt het dan zoveel uit om drie weken later open te gaan? “Het lijkt misschien een klein verschil”, zegt Boahene, “maar dan moeten onderwijsinstellingen halverwege het blok schakelen van online naar fysiek onderwijs en dat kun je eigenlijk niet vragen van docenten. Dan zouden studenten weer de hele eerste periode online les hebben en dat kan echt niet meer.”

In haar nieuwsupdate van vorige week heeft de Universiteit Utrecht meegedeeld dat wie zich zorgen maakt over het heropenen van het fysieke onderwijs vanwege bijvoorbeeld een kwetsbare gezondheid, nadere afspraken gemaakt kunnen worden met studieadviseurs of leidinggevenden. Bovendien zal een deel van het onderwijs wellicht weer (deels) online gegeven moeten worden, omdat de UU rekening hield met honderd studenten in een collegezaal en het kabinet heeft bepaald dat dit er maximaal 75 mogen zijn.

 

 

Advertentie