Voorjaarsnota: geen cadeautje voor pechstudenten

Foto: Pixabay

Het is een uitzonderlijke voorjaarsnota die minister van Financiën Wopke Hoekstra afgelopen vrijdag presenteerde. Na jaren van begrotingsoverschotten schiet het kabinet opeens meer dan 90 miljard euro in het rood, en dat is nog maar het ‘eerste beeld’. Het wordt nog erger, waarschuwt Hoekstra.

Daar merkt het onderwijs nog niet zoveel van. Op de onderwijsbegroting zijn er weliswaar ook ‘tegenvallers’, maar die hebben niets met de coronacrisis te maken.

Meer hbo-studenten
Er worden bijvoorbeeld meer hbo-studenten verwacht en dat kost de komende jaren tientallen miljoenen: 87 miljoen euro in 2021 oplopend tot 133 miljoen in 2024.

Dat komt onder meer door de toename van het aantal migranten, verklaart het kabinet. Ook zijn er meer jongeren die na enkele tussenjaren alsnog aan het hbo beginnen. Verder groeit het aantal internationale studenten en studenten op ‘latere leeftijd’.

In het basis- en voortgezet onderwijs en het mbo komen ook meer leerlingen en studenten. In totaal trekt het kabinet 450 miljoen euro uit om deze toestroom te betalen, plus 32 miljoen euro voor de bestrijding van het lerarentekort.

Maar dat is net niet genoeg. Er blijft nog een tekort van 60 miljoen euro over die het ministerie van OCW ergens op de eigen begroting moet vinden.

Pechstudenten
Dus zit het kabinet vermoedelijk niet te wachten op een extra tegenvaller van 83 miljoen euro. Zoveel zou het kosten om de wens van de Tweede Kamer in te willigen en alle ‘pechstudenten’ 2.000 euro cadeau te doen.

Dat zit zo. De eerste vier lichtingen studenten zonder basisbeurs (de pechstudenten) konden nog niet ten volle van de beloofde investeringen in het hoger onderwijs profiteren en daarom krijgen zij, als doekje voor het bloeden, een studievoucher van ruim 2.000 euro. Daarmee mogen ze vijf tot tien jaar na afstuderen extra onderwijs te volgen. Maar wie zit daarop te wachten? De afgestudeerden staan dan nog aan het begin van hun loopbaan of hebben net kinderen gekregen.

Dus bedacht een meerderheid van de Tweede Kamer iets anders: haal het geld naar voren. Dan kunnen studenten met die 2.000 euro het collegegeld van hun master betalen. Of trek die 2.000 euro gewoon van hun studieschuld af.

Maar dat kost extra geld. De belofte van een voucher is een stuk goedkoper dan de belofte van 2.000 euro voor alle afgestudeerden. Lang niet iedereen zou die voucher tenslotte gebruiken, dus dan kon OCW erop rekenen dat er geld overbleef.

Besluit in mei
Toch wilde de Tweede Kamer het heel graag, ook al bleef minister Van Engelshoven tegenstribbelen. In de voorjaarsnota zou blijken of er geld voor was, zei ze. Dat geld (83 miljoen euro) is er nu niet en gezien de coronacrisis zal het er vermoedelijk ook niet komen. Als het goed is, hakt het kabinet in mei de knoop door.

Het Interstedelijk Studenten Overleg baalt ervan. “Juist door de coronacrisis was deze maatregel heel belangrijk voor de studenten die het hardst worden geraakt”, staat in een reactie.

Advertentie