Wel selectie maar voorlopig geen hoger collegegeld voor opleiding B&O

De community van Bestuurs- en Organisatiewetenschap huist aan de Bijlhouwerstraat, foto-archief Anthony Donner

Bestuurs- & Organisatiewetenschap wil haar studenten nu nog geen hoger collegegeld vragen. Ze mogen het nu wel van de wet en kunnen het extra geld goed gebruiken, maar de opleiding wil niet onmiddellijk voor zo’n ingrijpende maatregel kiezen.

De opleiding Bestuurs & Organisatiewetenschap heeft van de Nederlands- Vlaams Accreditatieorganisatie, de NVAO, het officiële stempel Kleinschalig en Intensief Onderwijs gekregen. Met dit kenmerk op zak mag de opleiding studenten selecteren en mag B&O haar studenten een hoger collegegeld rekenen. Maar om dat laatste was het het hoofd van het departement B&O van de faculteit Recht, Economie en Bestuur & Organisatie Maarten van Bottenburg niet te doen. “We hebben de aanvraag ingediend om studenten te mogen blijven selecteren.”

De opleiding B&O heeft altijd al haar studenten geselecteerd. Dat was tot nog toe op experimentele basis. Van Bottenburg: “We maakten onderdeel uit van een proef met kleinschalig onderwijs en die proefperiode loopt binnenkort af.”

Al eerder heeft B&O geprobeerd dit stempel van de keurmeester in de wacht te slepen. “De vorige keer werden we te veel vergeleken met university colleges. Een liberal arts opleiding waar de studenten wonen en leren op een campus. Wij zijn niet alleen een heel ander soort opleiding, wij vormen een community zonder dat studenten hier slapen. Dat konden wij destijds blijkbaar niet goed genoeg duidelijk maken.”

Dit keer, zegt Van Bottenburg, kwamen de leden van de NVAO voor een accreditatie naar de Bijlhouwerstraat toe en verliep de communicatie niet alleen via de mail. “Ze hebben ons gebouw gezien en met studenten, medewerkers en staf gesproken. Blijkbaar gaf dat de doorslag.”

De accreditatiecommissie oordeelde dat de opleiding voldoet aan de eisen ‘multidisciplinair’ en ‘pluriform’ en dat het onderwijs ‘aantoonbaar’ tot een hoog niveau van afgestudeerden leidt. “De NVAO heeft gezien dat we hier kleinschalig onderwijs geven, dat er veel extra activiteiten zijn, dat docenten en studenten heel gemotiveerd zijn én dat we samen een hechte groep vormen.”

Hoger collegegeld in beraad
Met dit stempel, dat overigens ook in het bezit is van de twee Utrechtse colleges UCU en UCRoosevelt, heeft de opleiding óók het recht om een hoger collegegeld te vragen, zoals UCU en UCRoosevelt doen. Of B&O van dat recht gebruik zal maken, wordt nog besproken. “We moeten eerst goed zicht hebben op de noodzaak en de gevolgen daarvan. We hebben ambities die geld kosten, maar we moeten ook alert zijn op ongewenste effecten.”

Eén van de punten waar hij op doelt is dat USBO van de NVAO meer kleur in de studentenpopulatie moet brengen. “Onze opleiding is heel wit en niet echt een afspiegeling van de samenleving. We willen graag meer culturele diversiteit; we moeten voorkomen dat een hoger collegegeld dat in de weg gaat staan.”

Een extra inkomen zou overigens wel welkom zijn, zegt Van Bottenburg. “Wij geven onderwijs in kleine groepen en dat is duurder omdat we daar meer docenten voor nodig hebben. Dat we het al die jaren redden, is omdat we verschillende potjes met inkomsten hebben waarmee we een beetje kunnen schuiven. Een andere reden is dat medewerkers van B&O veel extra werk in hun vrije tijd doen.”

Dat is wel een onwenselijke situatie, vindt Van Bottenburg. “Er wordt – en dat is begrijpelijk– veel geklaagd over de hoge werkdruk. Alle docent-onderzoekers zitten volgepland met onderwijs en onderzoek. Ruimte om te werken aan onderwijsvernieuwing of om bijvoorbeeld in een opleidingscommissie zitting te nemen, is er te weinig. Docenten doen het wel, maar ze doen dat voor een belangrijk deel in hun eigen tijd.”

Een zo’n volle agenda voor de hele wetenschappelijke staf maakt de organisatie kwetsbaar, zegt Van Bottenburg. “Nu kunnen we nog net een college van een zieke collega overnemen, maar ik weet niet hoe lang dat nog gaat lukken. Daarvoor moet meer ruimte worden ingebouwd. Dat komt tot uiting in de voorlopige begroting voor 2015 die nog een tekort laat zien.”

Met het bijzondere kenmerk op zak, hoopt het hoofd van het departement dat de opleiding in aanmerking komt voor een hogere financiële bijdrage van het universiteitsbestuur. Hij wil die bijdrage vervolgens aanvullen met financiering uit andere bronnen. “Als blijkt dat negatieve effecten van een verhoogd collegegeld uitblijven of met een beurzensysteem zijn op te vangen, behoort invoering hiervan tot de mogelijkheden. Maar we zullen ook alternatieve inkomstenbronnen, zoals stagevergoedingen, alumnibijdragen of partnerships, op hun haalbaarheid onderzoeken.”

Advertentie