De student heeft eindelijk wat te kiezen

Is het conflict tussen de studentenfracties in de U-Raad wel zo slecht? Oud-raadslid Max Patelski denkt dat het gaan werken vanuit verschillende fracties juist een versterking van de Utrechtse medezeggenschap is.  

Vol spanning stonden de medezeggenschapwatchers op de uitkijk. Tot in de late uren bleven zij wachten en verbaasden zich keer op keer dat er geen witte, maar zwarte rook rees boven de UBU. De drie toekomstige fracties van de universiteitsraad, kersvers gekozen, kwamen er niet uit: het vinden van consensus over het voorzitterschap voor de studentengeleding van de universiteitsraad bleek onmogelijk. Dat gaf de medezeggenschapskenners een onbestemd gevoel en voor vele doemde een onbekend terrein op. En onbekend maakt onbemind. Ten onrechte!

Laat ik in mijn kleine betoog in eerste instantie korte metten maken met de gedachte dat het voorzitterschap van de studentengeleding de enige reden is voor de keuze van VUUR om in fracties verder te gaan. De aanleiding voor deze keuze is wat mij betreft irrelevant om de keuze van de VUURders te ondersteunen. Als de partijen op de bewuste maandagavond eruit waren gekomen dan was het afbrokkelen van de eenheid van de studentengeleding wel later een issue geworden. Het stond als het ware in de sterren geschreven door het kiessysteem voor de centrale medezeggenschap. Het werken in drie fracties betekent daarnaast een stap naar een meer ontwikkelde medezeggenschap.

Door het huidige kiessysteem worden studenten via lijsten op representatieve wijze gekozen door de studenten van de Universiteit Utrecht. Ieder jaar een nieuwe lijst is dan wel een vreemde gang van zaken zo vonden veel studenten. Daardoor ontstond VUUR in 2006 en volgde later de Partij voor de Utrechtse Student en Lijst Helder. Ook dit jaar deden de drie partijen mee. Prachtig, democratie in optima forma, de student had wat te kiezen!

Voor de verkiezingen voor de universiteitsraad 2009-2010 keerde na de verkiezingen de rust op het kantoor van de universiteitsraadsnel weer terug en zochten de twaalf studenten een vorm van volledige samenwerking. De terugkerende verkiezingen en het ontwikkelen van een profiel van en door de verschillende partijen leidde in 2009 tot afspraken over het opstellen van fractie-initiatieven en fractienota’s jaar. Het in dat opzicht historische stuk van VUUR ging over 'Kansen voor verduurzaming' (Documail 09.181) en was het eerste resultaat van deze afspraken. Met enige aarzeling werd dit destijds door de griffie en college van bestuur geaccepteerd, nu is het gemeengoed. Ook de huidige studentengeleding heeft deze koers gevaren en versterkt. De kracht van de fracties binnen de studentengeleding zijn dus in enkele jaren versterkt en volgende stap in dit proces kan de toekomstige universiteitsraad op zich nemen.

De ontwikkeling naar het werken in fracties doet daarnaast het meeste zijn recht aan de uitslag van een verkiezing. Fracties krijgen meer ruimte zich te ontplooien en te onderscheiden op basis van de eigen visie op medezeggenschap, inhoudelijke standpunten en kwaliteit. Bij de volgende verkiezing kan er dus beter worden beloond of gestraft worden door de stemmer. Op de tweede plaats zal door het werken in fracties het belang van een goede partijstructuur noodzakelijk maken. Professionalisering van deze partijen draagt bij aan de continuïteit en slagkracht van de medezeggenschap. Ervaring blijft eerder aan een partij verbonden en een grotere partijen betekent een groter aantal betrokken studenten bij de medezeggenschap.

In mijn ogen is de stap naar het werken in fracties onvermijdelijk, zijn de verkiezingen dan niet meer een nutteloos circus én kan het de medezeggenschap beschermen tegen haar grootste valkuil, het ontbreken van continuïteit. Deze onvermijdelijkheid brengt echter ook de blijvende onvermijdelijke samenwerking tussen de studentenfracties. Het steunen van elkaars notities of het samen reageren op plannen van het college van bestuur is niet met de mogelijke komst van apart werkende fracties uitgesloten.

Na de succesvol gebleken in losse fractie-opererende-universiteitsraden in Enschede, Groningen, Tilburg en Delft zet de centrale medezeggenschap op de Universiteit Utrecht dit jaar hopelijk dan ook een stap in de richting van sterkere medezeggenschap.

Overigens ben ik van mening dat het papieren Ublad moet terugkeren.

Advertentie