Geen verkiezingen is de enige reële optie

Het voelt surreëel, bijna ongepast, om in deze bevreemdende tijden op de universiteit te beginnen over de verkiezingen van de universiteitsraad. Gisteren hebben de aanscherpingen van de coronamaatregelen ons onder andere verteld dat alle bijeenkomsten, ook met minder dan honderd personen, tot en met 1 juni verboden worden. Wat dit betekent voor de universitaire studenten van ons land is tot op heden nog onbekend, maar wat wel duidelijk lijkt, is dat streven naar fysiek onderwijs dit academisch jaar een vrijwel onmogelijke uitdaging wordt. De kans is dus groot dat ook in het laatste blok de collegebanken leeg blijven.

Ook is besloten dat de verkiezingen van de medezeggenschapsraden, die van 20 t/m 22 april zouden plaatsvinden, in hun huidige vorm niet door kunnen gaan. Dit roept vragen op: wanneer dan wel? En in welke hoedanigheid? Wij, fractieleden van de Partij voor de Utrechtse Student, De Vrije Student en Lijst VUUR, willen alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat de verkiezingen niet over de zomervakantie heen worden getild om de democratische besluitvorming op deze universiteit te beschermen en te waarborgen.

Praktische bezwaren
Op dit moment heeft het College van Bestuur namelijk aan ons voorgesteld om de zittingstermijn van de huidige raadsleden te verlengen tot het moment dat fysieke verkiezingen weer mogelijk zijn. Er is, gezien de maatregelen, een grote kans dat dit pas na de zomervakantie zal zijn. Dit lijkt misschien de meest democratische oplossing, maar de praktische bezwaren die deze oplossing met zich meebrengt wijzen op het tegendeel. In dit scenario zouden huidige raadsleden blijven zitten tot een vooralsnog onbekend moment in het najaar. Nu al is bekend dat een groot deel van de zittende raadsleden deze taak volgend collegejaar om praktische redenen niet kan volbrengen.

De oplossing die hiervoor juridisch gezien wordt geboden, is dat de lijsten worden nagelopen die partijen bij de verkiezingen van 2019 hebben ingeleverd. Wij kunnen met zekerheid stellen dat het een onmogelijke opgave is om het aantal zetels dat hoogstwaarschijnlijk leeg valt in dit scenario op te vullen. Onder welke omstandigheden vinden wij een student bereid die in 2019 bij één van onze partijen op de lijst heeft gestaan, vanaf september voor onbekende tijd fulltime mee te draaien in een raad waar hij of zij na het plaatsvinden van voornoemde verkiezingen weer uit gaat? Eén zo’n student vinden gaat al lastig worden, laat staan genoeg studenten om de halve raad op te vullen.

Onzekerheid
Mocht bovengenoemd scenario wél doorgang vinden, dan wordt het vervolgens nog een ingewikkeld verhaal voor de opvolgers van partijen. Waar partijen al voldoende opvolgers hebben gevonden om hun geschatte aantal zetels volgend jaar op te vullen, storten we met dit scenario hun opvolgers in enorme onzekerheid. Wanneer kunnen zij beginnen met hun raadsjaar? Zijn, en blijven, deze opvolgers bereid om hun jaar op te geven voor iets waar nog zo veel onzekerheid over bestaat? Zij weten niet eens wanneer hun raadsjaar zal beginnen.

Bovendien, als zij op een onzekere plek op de lijst staan, weten zij niet eens of ze na de verkiezingen überhaupt verkozen zullen worden. Dit terwijl zij dan hun hele jaar al hebben opgegeven. Voor hoeveel onnodige studievertraging gaat dat zorgen? Daarnaast hadden een aantal partijen bij aanvang van deze crisis hun opvolgers nog niet rond. Hoe gaan die partijen studenten bereid vinden binnen dit scenario zich te binden aan een raadsjaar? Het biedt, kortom, veel te veel onduidelijkheid en onzekerheid.

Daarnaast veroorzaakt een dergelijk scenario een ongelofelijke chaos in de raad. Functies blijven half vervuld, werk kan niet gedaan worden en bij vergaderingen waar besluiten genomen moeten worden zal er naar alle waarschijnlijkheid maar een fractie van de stemgerechtigde studenten aanwezig kunnen zijn. Studenten zijn dan niet of slecht vertegenwoordigd en de controle op het College van Bestuur is dan, op zijn zachts gezegd, suboptimaal.

Het verplaatsen van de verkiezingen naar het najaar is, en blijft, dus onwenselijk. Naast bovengenoemde argumenten zal het tevens schadelijk zijn voor het imago van de medezeggenschap om ons in september of oktober uitgebreid uit te stallen in de universiteitsgebouwen, om dit vervolgens in het voorjaar opnieuw te moeten doen. Verkiezingen zo kort op elkaar lijkt een slecht idee. Het zal ons door studenten, die toch al moeilijk te mobiliseren zijn ten tijde van universitaire verkiezingen, niet in dank af worden genomen. Wij zijn bang dat dit de verkiezingen van 2021 dus ook nog eens zal beschadigen. Het laatste wat we willen is dit probleem langer voort te laten duren dan nodig.

Knoop doorhakken
Mocht de universiteit na 1 juni toch nog opengaan voor fysiek onderwijs, dan zou het theoretisch gezien mogelijk zijn om de verkiezingen in juni door te laten gaan. In principe zijn wij hier voorstander van omwille van de universitaire democratie. Toch leven er bij veel partijen zorgen of verkiezingen voor de zomer überhaupt haalbaar zijn. Het blijft een onzekere tijd waarin we niet zeker kunnen zijn of we mensen bereid vinden om namens partijen in deze verkiezingen mee te draaien. Zeker omdat we niet weten wanneer het kabinet maatregelen gaat aanscherpen of verzachten en wat dit zal betekenen voor het onderwijs op de universiteit.

Het blijft, in dit licht, dus ook de vraag wanneer de knoop doorgehakt kan worden om verkiezingen in juni door te laten gaan, en of dit genoeg tijd biedt voor het vinden van mensen en het verkrijgen van de benodigde materialen. Daarnaast willen we in dit scenario de studenten juist steunen om in juni weer helemaal op de rails te komen. Op afstand studeren zal voor velen nou eenmaal zwaar blijken. Het is onwenselijk om studenten, wanneer zij terug zijn, gelijk weer te overvallen met verkiezingen.

Geld pompen
Een andere optie die door huidige raadsleden is overwogen is om de verkiezingen gewoon door te laten gaan, maar zonder fysieke campagne. Dit vinden VUUR, PvdUS en DVS eveneens geen optie, omdat het dan slechts uitdraait op een wedstrijdje welke partij het meeste geld in een online campagne kan pompen en wie het meeste naamsbekendheid geniet.

Daarnaast is, zoals gezegd, het mobiliseren van studenten ten tijde van universitaire verkiezingen in het verleden lastig gebleken. Studenten zonder fysieke campagne zo ver krijgen om te gaan stemmen gaat nog veel lastiger worden. Online campagnevoeren zal op deze manier waarschijnlijk leiden tot weinig betrokkenheid en een lage opkomst, des te meer omdat veel studenten waarschijnlijk andere dingen aan hun hoofd hebben. In een situatie als deze zit men waarschijnlijk niet te wachten op campagnevoerende studenten. Het zal in elk geval de democratie van de universiteit ondermijnen, omdat een lage opkomst voor weinig legitimiteit voor de toekomstige zal zorgen.

Pleidooi voor zetelbehoud
Al deze overwegingen in acht genomen, is de enige oplossing waar wij soelaas in zien het eenmalig niet laten plaatsvinden van universitaire verkiezingen. In plaats daarvan pleiten wij voor zetelbehoud van iedere partij. Het staat de partijen vervolgens vrij om opvolgers te kiezen om deze zetels te vullen. Deze zetels zijn in ieder geval in 2019 op reguliere, democratische wijze verdeeld. Alleen op deze manier kunnen wij er zeker van zijn dat de raad volgend jaar legitiem kan functioneren.

Begrijp ons niet verkeerd, wij zouden ook graag verkiezingen willen, maar als dat niet lukt vóór de zomervakantie zonder al te veel overlast voor studenten vinden we het onverantwoord om de raad vanaf september in onzekerheid en chaos te storten. We willen immers de stem van de studenten niet verloren laten gaan. Dat komt de kwaliteit van de medezeggenschap niet ten goede, schaadt de positie van de U-raad en verzwakt uiteindelijk de universitaire democratie.

Referendum
Dit is natuurlijk een verregaand voorstel, een voorstel dat we niet licht naar voren brengen. Het is wat ons betreft wel de enige reële optie. UUinActie, de vierde partij in de raad, is het hier helaas niet mee eens, omdat het voorstel volgens hen niet democratisch is. Deze zorgen begrijpen wij (VUUR, PvdUS en DVS) en delen we voor een groot deel. Daarom hebben wij, ter bevordering van de democratie, het voorstel gedaan om een referendum uit te schrijven onder studenten, om zo studenten zélf te laten bepalen aan welk van bovenstaande mogelijkheden ze de voorkeur geven (toch fysieke verkiezingen zodra het kan, online verkiezingen of geen verkiezingen en zetelbehoud).

Mocht uit het referendum blijken dat de student wil dat er verkiezingen worden gehouden, dan zal dit alsnog gebeuren. UUinActie is er helaas niet van overtuigd dat dit een mogelijke uitkomst zal zijn van het referendum en wijst daarom dit voorstel van de hand. Desondanks staan wij nog steeds achter ons voorstel. Ook een democratisch proces waarvan het resultaat wellicht niet voor iedere partij gewenst is, blijft een democratisch proces. Uiteindelijk hebben wij er alle vertrouwen in dat het Centraal Stembureau de democratie op de universiteit zal waarborgen.

Eva Klaver (DVS), Nienke Prins (VUUR) en Sarah van Driel en Maartje Lith (PvdUS)

Advertentie