Een halve eeuw Woo: een boek over de apenrots, Fred, drugsbeleid en feestjes

Tappers in de Woolloomooloo in 1974.

Het idee om zo’n boek te schrijven, is niet bij het vierkoppige bestuur, ofwel het Petit Comité, van de Woo zelf ontstaan. Een oudere generatie liefhebbers van de ‘For all students’-club, zoals de Utrechtse discotheek ook wel wordt omschreven, nam het initiatief. “Ze hebben zelf contact gelegd om dit boek te verwezenlijken. Iedereen heeft hier natuurlijk legendarische avonden meegemaakt; de helft heeft hun vrouw of man hier ontmoet.” Aan het woord is Ludo Schot, huidig president van de Woo.

Uiteindelijk is het boek geschreven onder redactie van Michiel Hegener. Deze alumnus van de Universiteit Utrecht schreef in 2016 ook een boek over het 200-jarig bestaan van USC-sociëteit PhRM. Hegener kreeg hulp van diverse andere auteurs, onder wie Giphart. Hij schreef een bijdrage over zijn introductie tot het liefdesleven in de Woo, eerder gepubliceerd in Het feest der liefde uit 1995.

Het 258-pagina tellende boek staat bol van oude (en recente) verhalen, anekdotes, feitjes, foto’s en interviews. Bijvoorbeeld met de iconische portier Fred Prang, die veertig jaar bij de deur stond, en schoonmakers Piet en Erna, die al sinds 1986 elke ochtend trouw het verschaalde bier en de andere dubieuze resten in de club wegpoetsen.

Voor wie de club niet kent: de ingang van de Woolloomooloo zit verstopt in een steeg naast het Gele Kasteel; de sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps (USC) aan het Janskerkhof. De Woolloomooloo valt onder de financiële grootboeken van het USC en de jongens die de club draaiende houden zijn er lid, maar je hoeft geen lid te zijn om de Woo binnen te komen. Of de Lady echt de oudste studentendiscotheek van Nederland was, staat overigens ter discussie, zegt Schot: “Club HiFi in Leiden ontstond ongeveer tegelijkertijd. Maar HiFi was meer besloten dan wij, geloof ik.” Ook was de Woolloomooloo een van de weinige clubs die élke dag van het jaar open was en geen sluitingstijd had. Tegenwoordig is de Woo wel twee dagen in de week gesloten: op dinsdag en zondag.

Jasje-dasje
Het idee achter de oprichting van de Woo was om de drempel tussen leden en niet-leden te verkleinen. Het pand, dat in de Tweede Wereldoorlog nog fungeerde als bunker van de Duitse bezetter, werd na de oorlog weer terug in gebruik genomen door het USC. Het idee werd geopperd om een ‘mixed society’ te starten in de ruimte die later de Woo zou worden; een plek waar zowel leden van het corps als niet-leden elkaar konden treffen. Die mixed society werd later nog even de ‘Rootie Tootie Club’ genoemd, en niet veel later werd het de Woolloomooloo (afgeleid van een wijk in het Australische Sydney) zoals we haar nu kennen.

Om binnen te komen heb je tegenwoordig alleen een geldige studentenpas en een ID-kaart nodig, maar een student in een trainingspak wordt geweigerd, net als studenten in pak. “We profileren ons als een hippe club, en in onze huisregels staat dat je je daar dan ook naar moet kleden. Jasje-dasje moet iedereen bij de deur uitdoen, ook de senaat (van het USC, red.). Als iedereen hier in zijn pak gaat lopen, dan voel je je niet welkom als je iets anders draagt.”

"Wij waren er allemaal voor honderd procent op gericht de Woo voor knorren te hebben. Als je met jasje dasje binnen kwam, als corporale 'knor', had je snel problemen. [...] Die mensen werden teruggeduwd: jullie zijn hier, maar dit is niet jullie tent. Dat heeft het economisch zo'n succes gemaakt. Bezoekers zagen dat ook: ze wisten wel dat wij barkeepers corpsleden waren, maar dat droegen we niet zo uit. De barkeepers niet, en de dj's al helemaal niet."
Door Albert Roëll, hoofdbarkeeper van 1982 tot 1985, uit 'Woolloomooloo: de eerste vijftig jaar', pagina 56

For all students?
Wat de verhouding leden-niet leden is, verschilt per avond. De donderdagen hebben een heel gemengd publiek. Dit komt door de ‘Dolle Donderdag’ die is komen overwaaien van de niet-verenigingsgebonden ‘Dolle Dinsdag’ in Amsterdam. “En publiek van de donderdag zie je dan ook weer terug op andere avonden, als ze eenmaal merken dat het hier gewoon gezellig is en dat leden van corpora geen stereotype arrogante gasten zijn.”

Het Petit Comité staat ook heel erg achter het ‘For all students’-principe, zegt Schot: “De Woo is een ontmoetingsplek. Het maakt ons niet uit van welke vereniging je bent of dat je überhaupt ergens lid bent, vanaf het moment dat je hier binnen bent, is iedereen gewoon gelijkwaardig.” En mbo-studenten? “Dat zijn geen studenten maar scholieren, dus die komen niet binnen.” Frappant, want minister Van Engelshoven denkt daar anders over. Volgend collegejaar zal zelfs in de wet opgenomen worden dat Mbo’ers toch echt student zijn. Vooralsnog heeft het Petit Comité geen plannen het beleid aan te passen.

  "De anekdote van hoe we prins Willem-Alexander de tent uitgooiden omdat hij en zijn vriendjes bier gooiden naar Lois Lane en hoe Fred hem weer binnenliet en de toekomstige koning mij tenslotte dankbaar maar vooral lazarus omhelsde... Is daar al de glans vanaf, of kan die nog wel een keer?"
Door Robert Vlutters, uit 'Woolloomooloo: de eerste vijftig jaar', pagina 165

Door de jaren heen zijn ook een aantal mensen van naam en faam bij de deur geweigerd omdat ze geen student waren. David Bowie, bijvoorbeeld. En René Froger. “Laatst hebben we nog iemand van Love Island geweigerd”, lacht Schot. Wie wél naar binnen mochten, waren onder andere Ramses Shaffy, Marco van Basten, Jules Deelder, Linda, Roos & Jessica en bandleden van het Goede Doel, Golden Earring en Simply Red. Nu zijn er wat minder BN’ers, vertelt Schot, omdat sociale media bestaan. “Als je nu iets geks doet, staat het zo online, daar kom je niet meer mee weg.” Het gerucht gaat dat Herman Brood zelfs meermaals achter de draaitafel te vinden was. Ook oud-USC-lid Bakermat draaide een aantal keer in de Woo, hoewel hij in 2010 nog werd afgewezen door de dj-commissie vanwege zijn uiterlijk en muziekkeuze. In de zomer van 2013 scoorde Bakermat een grote hit met de plaat Vandaag.
 

Woo-pasjes: links van een man, rechts van een vrouw.

Pasjes
Hoewel een collegekaart en identiteitsbewijs nu voldoende zijn om binnen te komen, is dat niet altijd het geval geweest. Vroeger had je nog een iconische Woo-pas nodig. De pasjes, voor menig oud-student in Utrecht een mooi aandenken, werden geïntroduceerd door portier Fred Prang. Het was een van de eerste pasjessystemen voor clubs in heel Nederland, en zorgde meteen voor kritiek. In 1984 liep dat zelfs uit op een rechtszaak: vrouwen mochten vaak door lief te lachen al naar binnen, terwijl mannen verplicht een pasje moesten laten zien. Discriminatie, was de conclusie. “De pasjes kostten ook nog eens geld en zorgden voor flinke rijen. In 2013 zijn ze afgeschafd. Nu is het makkelijk: iedereen heeft een studentenkaart en hoeft geen extra pas te kopen. Dat is ook drempelverlagend voor mensen uit andere steden die voor het eerst in de Woo zijn”, aldus Schot.

Drugshol
Voor zijn deurbeleid en inzet voor de veiligheid in de Utrechtse horeca heeft Fred Prang in 2004 een koninklijke onderscheiding gekregen. Met zijn benoeming tot Lid van de Orde van Oranje-Nassau kreeg hij ook de bijnaam ‘Hare Majesteits Eerste Ridder’. Veertig jaar lang heeft Fred als boegbeeld en gezicht van de Woo aan de deur gestaan. In 2017 stopte hij en organiseerde de jongens van de Woo een groot feest voor de hele stad om afscheid te nemen. De huidige ‘hoeders van de Lady’ zijn Richard en Jimmy, die nu respectievelijk 27 en tien jaar werkzaam zijn bij de Woo.

Fred met Toon Zwezerijnen in 1974. De donkere plek in Fred's gebit is van het gouden sterretje dat hij van zijn eerste verdiensten in de Woo had laten plaatsen. (uit: 'Woolloomooloo: de eerste vijftig jaar')

Fred werd in 1973 aangenomen om de toen heersende drugscultuur tegen te gaan. “In de beginjaren kwam het gespuis uit Utrecht nog op de Woo af, wat zorgde voor drugshandel en vechtpartijen”, vertelt Schot. Door de portiers en een streng beleid nam dat af, wat ten goede kwam aan de sfeer. Het zerotolerance drugsbeleid wordt nu goed nageleefd, voor zover Schot weet. “Er zijn natuurlijk altijd dingen die je niet ziet, maar door de jaren heen is het wel echt duidelijk geworden dat het hier niet kan. We hebben ook drugstesten liggen. Bij vermoeden nemen we een test af, en als mensen bij voorbaat de test al weigeren weet je genoeg en moeten ze vertrekken.”

Rond 1971 heeft de Woo een aantal maanden haar deuren moeten sluiten vanwege de grimmige sfeer en drugscultuur. Dat is later nog een aantal keer gebeurd: “In 2009 moesten we dicht vanwege een scholierenfeest dat uit de hand was gelopen. Een minderjarige had daar alcohol gedronken”, vertelt Schot. Ook in 2015 moest de Woo drie maanden dicht, nadat een jongen uit Bunnik zijn oogkas brak door een verdrukking bij de ingang. “Toen is alles herzien en hebben we een nieuw veiligheidsplan opgesteld in overleg met de brandweer.”

Voor de veiligheid is toen de ingang van het pand aangepast. De Woo stond lang bekend om haar weinig-veranderende en tijdloze interieur, maar ook de zalen zijn in 2000, weliswaar voor het eerst, volledig gestript en van nieuw interieur voorzien. Denk aan: een andere dj-booth, betere licht- en geluidinstallatie, andere barren en nieuwe tapsystemen: “helemaal hufterproof”.

Apenrots
Een deel van het interieur dat altijd is blijven bestaan, is de alom bekende apenrots; van oudsher een halfronde, houten zitbank met hoge leuning, tegenwoordig meer een klein podium met metalen paal. De mythe gaat dat eenieder die op de apenrots klimt, wel open staat voor een avontuurtje die avond. De huidige apenrots is afgelopen zomer nieuw gebouwd. Schot lacht: “De vorige was ingestort. Hij was een beetje rot… En veel gebruikt."

De mythe wordt tegenwoordig ook met een korreltje zout genomen, vertelt hij. “Het is niet echt meer een teken van ‘uitverkoop’, de apenrots is gewoon leuk om op te staan bij een feestje. Bij het openingsfeest van ons lustrum, afgelopen september, zag je ook wat oudere mensen die direct bij binnenkomst op de apenrots afstevenden. Hij was de hele avond vol. En als we hier oefeningen hebben met brandweer en politie weten ze ook allemaal wat de apenrots is, dat is gewoon lachen.”
 


De eerste discobarcommisie in de houten zitcirkel, later 'Apenrots' genoemd.

En wat de Woo verder nog zo aantrekkelijk maakt voor studenten? Misschien het bier. Heineken voor 1 euro 40, uit de biertank van 5000 liter beneden in de kelder. “In den beginnen ging de winst van een avond nog naar tappers en dj’s zelf, en fooi ging in de fooienpot in de pergola boven de bar. Dat tikte best lekker aan. Nu werken we met munten en niet meer met cash. En de hele bedrijfsvoering is veranderd; het is veel professioneler geworden.”

Bij de boekpresentatie zaterdag is iedereen welkom. De receptie is van 17:30 tot 20:00 in het Gele Kasteel, “want hier stinkt het gewoon”, en het boek is er te koop voor een gereduceerd tarief van 30 euro. Bij aanschaf via Bol.com of Bitscan is het boek vijf euro duurder, vanwege de verzending. Voor alle studenten liggen ook nog andere lustrumfeesten in het verschiet: 23 februari is de onthulling van het lustrumthema en van 28 mei tot en met 1 juni is de lustrumweek vol grote feesten die vrij toegankelijk zijn.


Het huidige Petit Comité, met Ludo Schot als tweede van links.

Advertentie