HU en UU opnieuw in gesprek over gedragscode

Fragment uit de powerpointpresentatie van de Utrechtse Introdcutie Tijd 2017. Foto: DUB

De medezeggenschappers van de Hogeschool Utrecht stemden in december tegen de gedragscode.  De Hogeschoolraad vroeg zich af of een gedragscode wel echt nodig is. Ook vond ze de inspraak van studentenverenigingen en de medezeggenschap bij de totstandkoming van de code te beperkt.

De universiteit en hogeschool gaan daarom opnieuw praten met studenten om uit te vinden waar de weerstand zit. De onderwijsinstellingen hopen dat er volgend collegejaar een vernieuwde gedragscode ligt. Beide onderwijsinstellingen benadrukken dat de huidige gedragscode wel het startpunt voor de nieuwe code vormt. Het plan is om te onderzoeken of en hoe de huidige gedragscode moet worden aangepast.

UU-rector Henk Kummeling wil geen verkeerde verwachtingen scheppen. “We beginnen het proces niet blanco. We gaan met studenten in gesprek over de gedragscode zoals hij nu is. Dus het zal gaan over de vraag wat er onduidelijk is aan de huidige gedragscode en waar we het document kunnen veranderen. Het is dus niet een volledig terug bij af! De huidige tekst vormt echt de startpositie.”

Waar ging het mis?
Alle studenten sport-, studie-, cultuur- en gezelligheidsverenigingen die een vorm van ondersteuning van de HU en UU krijgen, zouden dit collegejaar de gedragscode hebben moeten ondertekenen. Beide instellingen hadden al een gedragscode voor de kennismakingstijd (ontgroening) van gezelligheidsverenigingen, maar wilden ook voor het rest van het jaar schriftelijke afspraken met alle studentenclubs. Dit naar aanleiding van incidenten bij twee verenigingen. De gedragscode vraagt studentbestuurders te verklaren activiteiten te organiseren die "een toetsing aan in de maatschappij gangbare normen kan doorstaan". 

De gedragscode leek in eerste instantie niet veel stof te doen opwaaien. Toen het document in juni ter bespreking voorlag bij de Universiteitsraad, pleitten de medezeggenschappers uitsluitend voor een uitbreiding van de code. Zij wilden dat werd opgenomen dat de HU en UU eerst met betrokken verenigingen communiceert als er een incident is, voordat er met de media gepraat wordt. De vraag of er überhaupt een code moest komen, stond niet ter discussie. Dat was anders bij de HU-medezeggenschappers. Die hadden bezwaren ten aanzien van het voorstel. En doordat de Hogeschoolraad, in tegenstelling tot de U-raad, instemmingsrecht had op de gedragscode, konden zij de invoering ervan tegenhouden.

'Geen discussie of gedragscode nodig was'
Die afwijzing heeft voor een belangrijk deel te maken met de insteek van de besturen van de instellingen, aldus Martijn Grul. De HU-student was vanuit twee rollen betrokken bij het proces. Vorig collegejaar praatte hij als voorzitter van studentenbelangenbehartiger Vidius mee over de inhoud van het document. Dit jaar zat hij in de Hogeschoolraad toen de gedragscode ter instemming voorlag. Als voorzitter van Vidius zei hij destijds blij te zijn met het resultaat, maar als medezeggenschapper van de hogeschool staat hij achter de afwijzing.

“Het HU- en UU-bestuur stonden erop dat er een gedragscode moest komen. Toen zij met ons in gesprek gingen was er dus geen discussie over de vraag of zo’n document het juiste instrument is om bewustwording bij studentbestuurders te creëren. Het geven van feedback op het document was het maximaal haalbare. Dus hebben wij als Vidius ons best gedaan om de gedragscode zo goed mogelijk mee vorm te geven. Ik zei destijds blij te zijn met het resultaat, omdat veel van onze input was meegenomen.”

'Bij studentbesturen is er angst voor de gedragscode'
De Hogesschoolraad had echter belangrijke bezwaren tegen de gedragscode. Zo bracht het HU-bestuur de code alsof deze gewenst was door de verenigingen zelf, volgens Martijn. "Maar verenigingen hebben daar nooit om gevraagd. Er bestaat bij studentbestuurders juist angst voor de gevolgen."

Zo kan de code gelezen worden als een beperking van de vrijheid van meningsuiting. "Hoewel de intentie van de gedragscode niet is om verenigingen de mond te snoeren, zou dat over vijf jaar wel zo gelezen kunnen worden.” Daarnaast vragen de medezeggenschappers zich of of het bestuur verantwoordelijk gehouden kan worden voor misstanden lager in de organisatie waar geen zicht op is. En vinden ze de gedragscode een lijst met veel plichten en weinig rechten.

'Niet iedereen kon input leveren'
Daarnaast vindt de Hogeschoolraad dat verenigingen onvoldoende betrokken zijn bij de totstandkoming van de gedragscode. Volgens Martijn konden niet alle belangenbehartigers input leveren, zoals hij dat vanuit zijn rol als Vidius-voorzitter kon. "De koepelorganisatie van HU-studieverenigingen is bijvoorbeeld niet gehoord.”

Jasmijn Simpson, voorzitter van de studentgeleding van de Hogeschoolraad, onderschrijft dat beeld. “Kleinere verenigingen zijn niet (voldoende) meegenomen in de opzet van de gedragscode. Juist met een gedragscode die geldend is voor alle verenigingen, is het van belang dat ook alle verenigingen een stem hebben in de inhoud van zo’n document." 

Onverwacht geconfronteerd met bezwaren
Martijn vervolgt: “Waar de Universiteitsraad eerder veranderingen in de gedragscode had mogen voorstellen, wilde het College van Bestuur van de HU geen inhoudelijke discussie over onze punten voeren. Ik denk omdat als zij iets hadden willen aanpassen, het document ook opnieuw naar de Universiteitsraad had gemoeten. Terwijl de universiteit het document al had laten tekenen door studieverenigingen.” De enige manier voor de Hogeschoolraad om toch veranderingen af te dwingen, was door het stuk niet in te stemmen.

Volgens HU-woordvoerder Seger Pijnenburg werd het hogeschoolbestuur onverwacht geconfronteerd met de bezwaren van de medezeggenschappers. “Het College van Bestuur was in de veronderstelling dat er een goed participatief proces was doorlopen en dat de gedragscode daarmee op draagvlak kon rekenen. Pas tijdens de bespreking in de Hogeschoolraad bleek dat anders te zitten.”

Desondanks heeft het bestuur de gedragscode zonder wijzigingen in stemming gebracht, vertelt Pijnenburg, omdat het in theorie had gekund dat met de gedragscode ingestemd zou worden. Hij beaamt dat daardoor de indruk bij medezeggenschappers kan zijn ontstaan dat het bestuur niet bereid was wijzigingen door te voeren in de gedragscode. Volgens de woordvoerder is dat echter niet terecht. Het bestuur staat open voor wijzigingen, “maar dit moet in het participatieve proces met verenigingen aan de orde komen”. Het was volgens Pijnenburg niet logisch om na de bezwaren ten aanzien van het proces de discussie alleen nog in de Hogeschoolraad te voeren.

Verloop medezeggenschap 'ongelukkig'
Dat de bespreking van de gedragscode bij de Hogeschool- en Universiteitsraad niet gelijktijdig verliep en beide medezeggenschapsorganen andere rechten op het document hadden, was daarbij ‘ongelukkig’ volgens Pijnenburg. Daardoor was het document door studieverenigingen van de universiteit al ondertekend, terwijl de Hogeschoolraad nog akkoord moest gaan. “Het droeg niet bij aan de bespreking” concludeert de woordvoerder.

UU-rector Henk Kummeling beaamt dat. Het verloop van het proces was een les. De volgende keer moeten de procedures op elkaar zijn afgestemd en moeten beide medezeggenschapsorganen dezelfde rechten krijgen. “Het kan niet zijn dat we in de universiteit iets afspreken en dat het dan later op deze manier strandt. Samen uit, samen thuis.”

Hoe nu verder?
Het ‘nee’ van de Hogelschoolraad resulteert in de vraag: hoe verder? De universiteit heeft de eigen studieverenigingen de gedragscode al laten ondertekenen, omdat de UU daarvoor niet afhankelijk is van de beslissing van de hogeschool-medezeggenschappers. Maar verenigingen die van beide onderwijsinstellingen ondersteuning ontvangen, kunnen het document nu niet voorgelegd krijgen. De toekomst van de gedragscode is sinds het ‘nee’ dus onduidelijk.

Afgelopen week werd dus besloten om opnieuw met studenten in gesprek te gaan “om uit te vinden waar de weerstand zit en te komen tot een nieuwe code is waarvoor draagvlak is binnen de universiteit en hogeschool”, aldus de UU-rector. Kummeling: “Voor het bestuur van de HU en UU staat als een paal boven water dat er een gedragscode komt.” Jan Bogerd, voorzitter van het CvB van Hogeschool Utrecht, vult aan: “Een gedragscode waarborgt de sociale veiligheid van studenten. Daarom is het van groot belang dat we de gedragscode samen met studenten vormgeven. En dat gaan we ook doen!”

'Niet volledig terug bij af'
De gesprekken met de verenigingen zullen de komende maanden plaatsvinden. Maar volgens Kummeling moet nog nagedacht worden over wie de ‘handige en verstandige’ gesprekspartners zijn. “Het is onmogelijk om met alle studentenorganisaties te praten, dus we zullen waarschijnlijk aan tafel gaan met een aantal kernspelers en de medezeggenschap.”

Het streven is dat alle studentenorganisaties volgend collegejaar hun handtekening kunnen zetten onder een vernieuwde gedragscode. Beide onderwijsinstellingen benadrukken dat de huidige gedragscode wel het startpunt voor de nieuwe code vormt. Het is niet de bedoeling te beginnen met een tabula rasa. 

'Cultuur niet afhankelijk van handtekening'
Voor UU-studieverenigingen die de code al hebben ondertekend, blijven de rechten en plichten uit het document gelden. Kummeling verwacht niet dat het tot problemen zal leiden. De UU heeft de indruk dat studentenclubs al doordrongen zijn van de geldende normen en waarden. Volgens Kummeling wordt het document door velen slechts gezien als een bevestiging van de regels die ze al hebben. “De cultuur van een vereniging hangt niet af van een handtekening."

Daarnaast betekent de afwezigheid van een algemeen geldende gedragscode ook niet dat eventuele incidenten bij studentenclubs zonder consequenties zullen zijn, bevestigt Kummeling. De besturen van de HU en UU zullen dan naar eigen inzicht reageren. Het is geen normloze periode, benadrukt de rector. “Als er dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen, dan handelen we volgens de normen zoals die ook in de gedragscode staan.” Martijn Grul: “Dat laatste is precies wat wij als raad willen. De oude situatie werkte prima.”

Goede hoop productief proces
De huidige voorzitter van studentenbelangenbehartiger Vidius is verrast door het nieuws dat de UU en HU opnieuw naar de gesprekstafel gaan over de gedragscode, maar is tevreden met de oplossing. Tijn Tas: Hopelijk komt er op die manier een document te liggen waar studenten achter kunnen staan, en die houvast biedt voor verenigingen. Ik denk nog steeds dat een gedragscode een meerwaarde kan hebben, ook voor verenigingen zelf, dus ik hoop heel erg dat het een productief proces gaat worden.”

Ook de Universiteitsraad kan zich goed vinden in de vervolgstappen van de universiteit en hogeschool, omdat zij het belangrijk vindt dat er breed draagvlak is voor de gedragscode.

Jasmijn Simpson van de Hogeschoolraad heeft goede hoop dat de gesprekken leiden tot afspraken die door zowel kleine als grote verenigingen gedragen worden. “In zo’n participatief proces kunnen dan knelpunten naar boven komen. Denk aan: Wanneer ben ik als bestuurder verantwoordelijk voor een incident? Ben ik als bestuurder verantwoordelijk als er een incident plaatsvindt terwijl ik in een bestuursvergadering zit?”

Advertentie