De Uithoflijn gaat echt rijden in december, en DUB mocht mee met de persrit

De pers mocht zondagochtend 20 oktober meerijden met de tram, foto DUB

De tram (lijn 22) zal vanaf maandag 16 december zes keer per uur gaan rijden tussen het Centraal Station en Utrecht Science Park en visa versa. Omdat dit niet voldoende is om alle passagiers in de spits te vervoeren, gaat er ook nog een bus rijden. Dat is niet de superlange bus 12, maar de nieuwe tijdelijke lijn 26. “Zodra de tram tien keer per uur kan rijden, is die extra bus niet meer nodig”, zegt Henrike de Jonge van de Uithoflijn op zondag 20 oktober als de regionale pers is uitgenodigd om bij daglicht een proefrit mee te maken.

Het grote verschil tussen de huidige testritten bij daglicht en de feitelijke ingebruikname van lijn 22, is dat de proefritten worden uitgevoerd met een enkel tramstel. De trams die vanaf 16 december gaan rijden, bestaan uit twee tramstellen. In één zo’n lange tram passen per rit zo’n acht- tot negenhonderd passagiers. Omdat er in het begin nog maar zes keer per uur een tram in beide richtingen kan rijden, is er nog een bus nodig om de grote hoeveelheid reizigers aan te kunnen. Deze bus krijgt een eigen nummer. Reden: de bus legt een ander traject af dan lijn 12. “Lijn 26 vertrekt bij het Centraal Station op dezelfde plek als de tram en rijdt in één keer door tot Stadion Galgenwaard. Daarna stopt de bus bij dezelfde haltes als de tram”, zegt De Jonge.

De extra bus is niet meer nodig als er in de spits tien keer per uur in beide richtingen een tram kan rijden. De Jonge: “Dat zijn we nu aan het testen, maar we weten dus niet of dat vóór 16 december gaat lukken.” De technische problemen waarmee de tram nog kampt, zijn terug te brengen tot de zogenoemde assentellers. Dit zijn detecteerplaatjes op de route die ontdekken wanneer er een tram aankomt waarop verkeerslichten, wissels en slagbomen reageren. “Die waren te gevoelig afgesteld waardoor ook ander verkeer gedetecteerd werd”, zegt Martijn Donders die onder meer over de techniek van de infrastructuur gaat.

Luxe rit
De Jonge en Donders stonden samen met nog een aantal andere collega’s de regionale pers te woord op deze rit afgelopen zondagochtend. De tram glijdt soepel over de rails van P+R Sciencepark naar het Centraal Station. Vlak voor een halte hoort de reiziger welke stop eraan komt. Na Stadion Galgenwaard gaat het gas erop en zoeft de tram met 70 kilometer per uur naar Utrecht Centraal. Binnen twintig comfortabele minuten doemt het eindstation op. Er zijn geen bochten waar je je schrap voor moet zetten en de bestuurder stopt ook niet abrupt. Maar dat wil niet zeggen dat een volle tram net zo luxe aanvoelt als vandaag. Toch, zegt Donders, zal dat meer comfortabel zijn dan in een volle bus. 

Hij zegt dat de Uithoflijn bijzonder is in de wereld van trams. “De Uithoflijn is eigenlijk een kruising tussen een tram en een metro. In de volksmond heet het sneltram; wij noemen het light rail.” Op sommige delen van het traject mag de tram 70 kilometer per uur en liggen de haltes ver uit elkaar net zoals bij een metro. Dit is het geval tussen Stadion Galgenwaard en het Centraal Station. Harder dan 70 kan het voertuig niet vanwege een snelheidsbegrenzer.

In De Uithof heeft de lijn echt het karakter van een tram, zegt Donders. Veel haltes en een lage snelheid. Het langzaamst gaat de tram op de Heidelberg- en Padualaan dwars door het hart van de universiteitscampus. Dat stukje traject is bijzonder, zegt hij. “Omdat er heel veel kruisingen op een rij zijn.” Hier mag de tram maximaal 30 kilometer per uur.

“Maar meestal rijden we er langzamer”, zegt Sjaak Breewijk, de trambestuurder van de dag. Hij heeft jaren op de bus gezeten en is als buschauffeur bekend met de eigenzinnige 'overstekers' van de Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. “Je moet als trambestuurder heel geconcentreerd blijven en anticiperen. Bellen als je denkt dat iemand de tram niet opmerkt. Dan schrikken ze meestal wel wakker.”

Onlangs is een aantal verkeerslichten op de Heidelberg- en Padualaan vervangen. Op de punten waar voetgangers en de tram elkaar kruisen, zijn de stoplichten voor het openbaar vervoer – de zogenoemde negenogen – ingeruild door een waarschuwingslicht. Dit is gedaan om vooral voetgangers niet onnodig te laten wachten bij de oversteekplaatsen. “Ze zijn sinds begin deze maand in gebruik, en het aantal klachten is al afgenomen. We hopen dat dit nu goed bevalt”, zegt Henrike de Jonge.  

Contact met passagiers
Trambestuurder Breewijk – “eigenlijk een verkeerd woord, want ik hoef niet te sturen” – kan niet wachten om met passagiers te rijden. “Het is echt superleuk om met de tram heen en weer te rijden. Zeker als deze tram straks door kan rijden naar Nieuwegein. Dan heb je echt een mooie route.”

Breewijk is helemaal in zijn nopjes met alle technische snufjes van de nieuwe tram. Feitelijk bestuurt hij de tram met een pookje waarmee hij gas (“tractie”) geeft en remt. Het pookje houdt ook in de gaten of Breewijk wel wakker blijft. “Ik moet elke 15 seconde met mijn duim een tikje geven op de bovenkant van de pook. Doe ik dat niet, dan hoor je een piep en moet je met je duim dat tikje geven. Doe je dat niet dan stopt de tram.”

Contact met de passagiers zal er niet zijn. De bestuurder zit in een afgesloten cabine en kan via camera’s zien hoe het ervoor staat met de in- en uitstappers. Mocht een passagier onwel worden of hulp nodig hebben, dan kan contact gezocht worden met de bestuurder. Naast elke deur is een rode knop waarmee een camera wordt ingeschakeld en de intercom wordt geactiveerd. Het is belangrijk dat die mogelijkheid er is, want als er met een gekoppeld tramstel wordt gereden, is in het achterste deel geen trampersoneel aanwezig, zegt Breewijk

Ondertussen zoeft de tram terug naar de P+R in De Uithof. Met slechts een handjevol mensen aan boord, voelt de tram als een luxe, maar wat als iedereen weer als haringen in een ton staat? “Je kunt comfortabel staan met vier personen per vierkante meter”, weet technische man Donders. “Maar er passen 6,6 personen per vierkante meter in. Dan sta je wel lijf aan lijf.”

Tramweetjes
 


Met ingang van de nieuwe dienstregeling van het openbaar vervoer in de provincie, gaat lijn 22 zes keer per uur in beide richtingen rijden. De tram rijdt niet in het weekeinde en ook niet na 22 uur. Na de avondspits rijdt de tram vier keer per uur.

De allereerste plannen gingen ervanuit dat de eerste tram zou gaan rijden in 2015.

In- en uitchecken moet op het perron. Wanneer de tram met passagiers gaat rijden, worden reizigers hierop attent gemaakt door medewerkers van het openbaar vervoer. Ook zal in het begin passagiers gewezen worden op de bus die aanvulllende ritten naar P+R Science Park gaat rijden en terug naar het station. Er reizen op dit moment ongeveer 25.000 mensen met buslijn 12 van en naar De Uithof.

Het tracé is 8 kilometer lang en heeft negen haltes

De tram doet er nu 19 minuten over, dat moet worden teruggebracht naar 17 minuten. In 2020 moet dit zijn bereikt. Dit kan doordat er tegen die tijd de extra bus niet meer op het traject rijdt en iedereen meer gewend is aan de tram.

Er zijn twee soorten tramstellen: één die bestaat uit vijf ‘bakken’ en 33 meter lang is en één die bestaat uit zeven bakken en 41 meter lang is. Een bak is het stuk tram tussen twee harmonicaelementen. Met het koppelstuk tussen de tramstellen erbij opgeteld is een tram 75 meter lang. In de kleinere tramstellen passen ongeveer 216 passagiers, in de grotere 250.

Er zijn 27 tramstellen van 33 meter en 22 tramstellen van 41 meter beschikbaar. Daarmee kan 16 keer per uur in beide richtingen gereden worden in de spits. Dat zal hoogstwaarschijnlijk eind 2020 zijn als het aantal reizigers per dag groeit naar 34.000.

De maximale capaciteit tussen CS en het USP is berekend op 20 keer per uur in beide richtingen. Mocht dat nodig zijn dan moeten er tramstellen worden bijgekocht.

De Uithoflijn is de duurste tramlijn van de wereld. De kosten tot nog toe bedragen ruim 500 miljoen euro.

Advertentie