UU mag na positieve beoordeling onderwijs meedenken over nieuwe opzet visitaties

Anne Flierman van de nvao links) overhandigt Anoton Pijpers het certificaat van het Instellingstoets Kwaliteitszorg

In de Maskeradezaal van het academiegebouw kwam woensdagmiddag een kleine schare bestuurders, docenten, studenten en beleidsmakers van de UU samen. Ook de pas vertrokken rector Bert van der Zwaan was erbij. Zij waren gekomen om van Anne Flierman te horen of de UU geslaagd was voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK) voor het onderwijs. Dit is een soort onderwijsvisitatie voor de hele universiteit waarbij gekeken wordt wat de (breed gedragen) visie van de universiteit op onderwijs is, hoe dat in de praktijk ingevuld wordt, hoe het onderwijs wordt geëvalueerd en hoe de universiteit werkt aan verbetering van het onderwijs.

Dat de UU goed uit de toets zou komen, was niet helemaal een verrassing. Vorig jaar kwam een commissie op bezoek en die had na afloop al een tipje van de sluier opgelicht. Namelijk dat de UU een uitstekende kwaliteitscultuur heeft en op tal van gebieden goed aan de weg timmert. Denk aan projecten als Educate-it waarbij het blended learning gestimuleerd wordt. Of de Teaching Academy waarbij geïnvesteerd wordt in de kwaliteit van docenten. Een minpuntje was de internationalisering, maar de commissie zag op dit punt een inhaalslag gaande was.

Het was de tweede keer dat de UU slaagde voor deze toets. In 2012 kreeg de universiteit voor het eerst een compliment over de onderwijskwaliteit.

Veel energie en tijd
Wat de bijeenkomst spannend maakte, is dat de UU al tijden een uitgesproken voorstander is van de zogenaamde instellingsaccreditatie. De NVAO zou dan de beoordeling van de universiteit op instellingsniveau voor zijn rekening nemen en de universiteit is dan verantwoordelijk voor de opleidingen en de manier waarop die verbeterd worden.  De UU vindt dat een tweede positief verlopen toets op instellingsniveau zo snel mogelijk gevolgen moet hebben voor de beoordeling van de opleidingen. De opleidingsvisitaties van de NVAO kosten niet alleen veel energie en tijd, ze sluiten bovendien niet altijd aan bij de doelstellingen van de universiteit zelf. Zo is er een ontwikkeling om te komen tot meer brede opleidingen. 

Bestuursvoorzitter Anton Pijpers zei woensdag ook dat de toets op instellingsniveau steeds belangrijker  gaat worden. Zeker wanneer in de toekomst meer mensen vanuit het bedrijfsleven deelopleidingen of vakken gaan volgen. “Dan willen ze weten hoe wat de reputatie van zo’n universiteit is op het gebied van onderwijs.”

Meer zeggenschap is mogelijk
Flierman refereerde in zijn toespraak aan de Utrechtse wens om de opleidingsvisitatie anders te organiseren. Hij wil daar ook wel in meegaan, waarbij de accreditatie op instellingsniveau belangrijker wordt. Dat de UU nu voor de tweede keer de instellingstoets goed doorstaan heeft, speelt daarbij een rol. Expliciet nodigde hij de universiteit uit om mee te denken over een andere opzet van het accreditatiestelsel.

Bij die opzet zit de NVAO nog wel vast aan de randvoorwaarden die de politiek stelt. Een eerder voorstel met een pilot met instellingsaccreditatie om universiteiten zelf verantwoordelijk te maken voor de visitaties van de eigen opleidingen, haalde het niet in de Tweede Kamer. De vrees was dat de slager zijn eigen vlees zou keuren. Maar er zijn volgens Flierman wel mogelijkheden om de aanpak te veranderen. Het idee dat de universiteit zelf meer zeggenschap heeft over de beoordeling van de opleidingen, kan goed werken. Je zou dan meer toetsen op de specifieke visie van de universiteit. Die opleidingstoetsen moet je dan laten zien bij de beoordeling van de hele universiteit.

Kost niet minder tijd
Hij maakte wel twee kanttekeningen. De vooronderstelling dat een andere opzet ook minder tijdrovend zou zijn, is volgens hem niet waar. In België wordt al vanaf 2015 geëxperimenteerd met door de universiteiten zelf opgezette visitaties van opleidingen. En dat zorgt zeker niet voor minder werk, constateert hij.

De andere kanttekening was dat je er in een andere opzet voor moet blijven zorgen dat de beoordeling van opleidingen voor buitenstaanders wel helder en transparant blijven. Hoe zorg je ervoor dat nieuwe studenten, de overheid en organisaties buiten de universiteit goed zicht houden op de kwaliteit van één bepaalde opleiding  wanneer dat onderdeel is van een toetsing van de hele universiteit en niet meer apart wordt bekendgemaakt?

Advertentie